+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Romeinen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 52 %
Rom. 9
9:1 Waarheid 1) spreek ik, in (de verbondenheid met) Christus,
ik lieg niet –
mijn geweten getuigt samen met mij
in (de verbondenheid met) de heilige Geest:
2 er is voor mij een groot verdriet en een onophoudelijke pijn
in mijn hart.
3 Want ik wenste zelf wel vervloekt te zijn,
weg van de Christus,
voor mijn broeders-en-zusters, mijn verwanten naar het vlees;
4 zij zijn Israelieten,
bij hen hoort dat ze kind (van God) zijn en (God) eer geven,
de verbondssluitingen, de wetgeving,
de eredienst, de beloften zijn van hen,
5 bij hen horen de vaders-en-moeders,
uit hen komt ook de Christus – naar het vlees -,
hij die is bij allen,
God gezegend tot in alle eeuwen, amen.

6 Maar het is toch niet zo
dat het woord van deze God is uitgevallen...!
Want zo is het:
niet allen die uit Israël zijn – niet die zijn Israël!
7 En niet omdat zij ‘zaad van Abraham’ zijn,
zijn ze allemaal (zijn) kinderen,
maar:
in Isaak zal voor jou zaad geroepen worden! 2)
8 Dat wil zeggen:
niet de kinderen van het vlees – niet die zijn Gods kinderen,
maar de kinderen van de belofte worden als zaad gerekend –
9 want dit was het woord van de belofte:
omstreeks deze tijd zal Ik komen
en zal er voor deze Sarai een zoon zijn” 3).
10 En dat niet alleen,
maar ook met Rebekka was het zo,
toen ze met één (man) had geslapen – Isaak onze vader.
11 Want toen (de twee kinderen) nog niet geboren waren
en nog niets goeds of verkeerds hadden gedaan,
11 zodat Gods voorkeur (van kracht) zou blijven
op grond daarvan dat Hij kiest,
12 werd al tegen haar gezegd:
De grote zal de kleine dienen - 4)
12 niet op grond van werken maar van Hem die roept –
13 zoals er geschreven is:
Deze Jakob heb ik liefgehad,
maar deze Esau gehaat 5).
14 Wat zullen we dan zeggen?
Er is toch geen onrecht bij God?
Nee, zeker niet!
15 Hij zegt immers tegen Mozes:
Ik zal genadig zijn 6)
wie Ik maar genadig ben,
en Ik zal barmhartig zijn 7)
voor wie Ik maar barmhartig ben! 8)
16 Daarom dus:
het gaat niet om wie wil,
niet om wie draaft,
maar om God die genadig is...

1vertaling van Harry Pals
2 Gen. 21:12
3 Gen. 18:10,14
4 Gen. 25:23
5Cf. Maleachi 1:2-3
6ἐλεέω is in LXX vertaling van חָנַן
7οἰκτείρω is in LXX vertaling van רָחַם
8 Ex. 33:19